Wat is angst eigenlijk?
Angst is een van de vier basisemoties (bang, blij, boos, bedroefd). Aan kinderen en jongeren vraag ik altijd of ze het nut van een emotie kennen. Bij angst is dat bescherming tegen gevaar. Handig dus dat je dat hebt.
Maar wat is gevaar? Een brommer die hard aan komt scheuren, een diepe afgrond, een pijnlijke stomp op je gezicht, een voetbal die hard op je af komt, een pestkop die je in een pijnlijke situatie brengt.
Gevaar en pijn hebben met elkaar te maken. De angst beschermt je tegen het oplopen van pijn. Pijn van buiten of van binnen.
Inschatten van gevaar
Bij angst gebeurt er van alles in je hoofd en je lijf. Je zintuigen nemen het gevaar waar. Je onbewuste beoordeelt of wat je waarneemt de alarmbellen in werking moet zetten. Een “seintje” moet afgeven. Als het seintje geven wordt dan gebeuren er iets met je hartslag, bloedsomloop, pupillen, spierspanning, etc.
Bij jongens is het waarnemen van gevaar beter ontwikkeld dan bij meisjes. Dat komt door de evolutie. Mannen zijn jagers en moeten snel in staat zijn gevaar op te merken met hun zintuigen (ogen, oren, huid). Ze zijn niet zo goed in het verwoorden hiervan. Ze kunnen het moeilijk uitleggen.
De beoordeling in het brein of je voor een waarneming bang moet zijn hoeft niet te kloppen. Die beoordeling is afhankelijk van je persoonlijkheid, je gezin van herkomst, en wat je hebt meegemaakt. Dat bepaalt welke dingen als “gevaar” in je systeem zijn vastgelegd.
Bij dat beoordelen in je brein kunnen “fouten” ontstaan. Dingen als gevaar zien die helemaal niet gevaarlijk zijn. En die kun je herstellen met behulp van je hersenen. Over het algemeen kunnen jongens daarbij goed gebruik maken van hun rechterhersenhelft, en zijn meisjes beter in hun linkerhersenhelft. Bij de therapie kun je daar rekening mee houden.
Omgaan met angst
Als het seintje angst aan je lijf is gegeven, al of niet terecht, hoe ga je er dan mee om? Dat is in het algemeen bij jongens en meisjes verschillend. Natuurlijk zijn er individuele verschillen binnen de jongens en de meisjes groep. Maar dit is wat er gebeurt in een jongens- en een meisjeslijf.
Het seintje activeert bij jongens en meisjes het stress hormoon adrenaline. Naast die adrenaline hebben jongens de beschikking over 9x zoveel testosteron dan meisjes. Dit testosteron is direct bruikbaar voor…. actie, inderdaad. Dat is handig voor de vecht of vlucht respons (fight flight).
Dat leidt bij jongens, in geval van gevaar, tot aanvallen, vechten, slaan, schoppen, schelden of hard weglopen. Dat lijkt voor de buitenwereld heel erg op boos. Bij angst is die fight fligt respons heel nuttig want het zorgt ervoor dat de adrenaline, en daarmee de angst, snel uit je lijf verdwijnt. Daar zijn jongens goed in.
Bij meisjes wordt bij angst het hormoon oxytocine aangemaakt. Dat gebeurt om het lichaam weer in rust te krijgen. Dat is evolutionair zo ontwikkeld bij vrouwen om het nest niet in gevaar te brengen. Dit leidt tot de zgn. aardig of slachtoffer respons (nice victim).
De neiging van meisjes is gevaar te pareren door aardig gevonden te worden, of zielig. In de meeste gevallen doet ze niets actiefs, freeze. Deze meisjesreactie leidt ertoe dat de adrenaline en dus de angst langer in het lijf blijft en dat is jammer. Meisjes kunnen leren hun lijf in te zetten bij angst zodat de adrenaline kan verdwijnen.
Hoe je (problematische) angst kunt oplossen
Voor jongens is het nuttig hun angst te overwinnen door hun lijf te gebruiken. Ze kunnen ervaren dat ze zelf invloed kunnen uitoefenen op hun gevoel. Het helpt hen om rustiger en dapperder te worden. Dit leren van zelfbeheersing is lastig voor sommige jongens. Al die rare gevoelens in hun lijf kunnen ze soms maar moeilijk onder controle krijgen.
Volwassenen moeten bij jongensboosheid goed opletten of er angst in het spel is. Jongens zijn er minder goed in om woorden te geven aan hun gevoel van angst. Je kunt jongens helpen door de angst te herkennen achter de boosheid. Door de angst te benoemen of uit te leggen in plaats van op de boosheid te reageren helpt je jongens hun angst herkennen en onder controle te krijgen.
Meisjes herkennen angst veel beter, ze hebben meer lichaamsbewustzijn dan jongens. En ze kunnen het ook beter onder woorden brengen. Zij zouden kunnen leren hun lijf meer in te zetten. Om te ervaren dat ze daarmee hun angst sneller kwijt raken. Dat vergroot hun zelfvertrouwen.
Faalangst kind
Het grootste probleem bij faalangst of een fobie is vaak dat het inschatten of iets “gevaar” is niet klopt. Hierbij moet je je brein gebruiken om dit bij te sturen. Bij het jongensbrein is dat vaak de rechterhersenhelft, bij meisjes is de linkerhersenhelft beter ontwikkeld.
Daar kun je rekening mee houden als je gedachten gaat uitdagen, en ombuigen in helpende gedachten. Als je daarnaast door fysieke actie de ergste angst uit je lijf kwijt raakt, ben je beter in staat je brein handiger te gebruiken. In therapie gebruik ik in dit soort situaties beide pijlers: lijf en brein.
Als je weet hoe globaal genomen angst bij jongens of meisjes werkt kun je ze beter helpen hun angsten te overwinnen. En de echte gevaren daar moet je gewoon bang voor blijven. Dat is heel nuttig.